Het trauma van Zwartewaal

Dat er geen leven is na de dood wordt dagelijks bewezen door de passagiers van lijn 403, de bus van Rockanje naar Spijkenisse die tijdens de spits afgevuld is met forenzen, studenten en scholieren. Ik neem hem ook regelmatig. Een rit van 25 minuten. Meestal dood ik scrollend de tijd, gevangen in mijn eigen algoritme.

Vanochtend ook.

Terwijl ik word zoetgehouden met posts over Romeinse ruïnes, krijgt mijn buurvrouw kattenfilmpjes voorgeschoteld. Een stoel voor me verwoest een magere puber zijn zelfbeeld met sisyfusachtige sportschoolfilmpjes. Alleen de chauffeur richt zijn blik naar buiten. Achter hem veertig passagiers met blauw oplichtende gezichten.

Ter hoogte van Zwartewaal ontwaak ik uit mijn trance. Ik werp een blik op een boerderijtje aan de Meeldijk dat we op 100 meter passeren. Een karig gebouw uit de jaren veertig. Niemand van mijn reisgenoten slaat er acht op. Dat op die plek vier mensen zijn vermoord, beseffen ze niet. Ik wel. We passeren een epicentrum van oorlogsgeweld.

Ik kijk weer naar mijn medepassagiers die vredig hun filmpjes ondergaan, zich niet bewust van de dode Italiaanse soldaten en Hollandse verzetsmensen die in mijn hoofd meereizen. De moordplek ligt nu achter ons. Ik stel mij de koude nacht van 4 op 5 december 1944 voor. De huidige boerderij bestaat nog niet. Op dezelfde plek staat een ander huis. Duitse soldaten bonken op de deur. Een gedeserteerde Nederlandse SS’er heeft verraden dat Johan en Jan Koene hier drie Italiaanse soldaten verborgen houden. Dat zullen de broers deze nacht met de dood bekopen. Ze worden ‘op de vlucht’ in de rug geschoten. De Italianen vergaat het niet veel beter. Franco di Julio weet via de polder te ontsnappen, maar Salvatore Scanio en Francesco Concas worden gedood door naar binnen geworpen handgranaten of komen daarna om het leven als de Duitsers de boerderij in brand steken.

De bebouwde kom van Zwartewaal ligt achter ons. Met een schuin oog kijk ik op het scherm van mijn buurvrouw: een poesje loopt de kamer binnen. Het dier heeft over kop en voorpootjes een trouwjurkje aan gekregen. Grappig.

We passeren de Hollemare, een kreekje. In de verte ligt in de kale polder een begraafplaatsje. Daar zijn de verminkte lijken van de vier mannen een dag later begraven. Alle inwoners van Zwartewaal moesten toekijken. Tachtig jaar later zijn Jan, Johan, Salvatore en Francesco vergeten. Er is immers geen leven na de dood.

Wel een hoop TikTok-filmpjes.

Ik kijk weer op mijn scherm. In Pompeij is een mozaïekvloer blootgelegd.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.