Paalzitten voordat de bom valt

Buiten is het 39 graden en geselt een hitterecord de laatste klimaatwappies, maar ik slijt mijn dagen in het Streekarchief van Voorne-Putten. Ze hebben daar airconditioning en de Nieuwe Brielse Courant. Precies wat ik zoek.
Deze zomer verdiep ik mij in wat er zich de laatste 42 jaar in Brielle, Zwartewaal en Vierpolders heeft afgespeeld. Voor een afscheidsboek, want de gemeente Brielle gaat fuseren met Hellevoetsluis en Westvoorne.
Een prachtige opdracht natuurlijk, maar eerlijk gezegd vreesde ik vooraf dat er, sinds enkele verwaaide watergeuzen in 1572 Den Briel innamen, niet veel spannends is gebeurd. Gelukkig valt dat reuze mee. Vanaf 1980 stuitte ik in de kranten op 'krakersrellen' in Zwartewaal, een heuse 'affaire' rondom de renovatie van de Brielse Jacobskerk, een activistische burgemeester, indrukwekkende opgravingen, mooie festiviteiten en nog veel meer. Ook het altijd vredige Vierpolders liet zich niet onbetuigd. Maar laat ik niet op het boek vooruitlopen, daar wil ik het nu niet over hebben.
Het mooiste aan het teruglezen van oud nieuws is namelijk dat je met gepaste afstand je eigen jeugd herbeleeft. Zo was ik als puber in de jaren tachtig als de dood voor de bom. Waarom eigenlijk? Het lijkt me dat een moderne puber meer reden heeft om zich zorgen te maken. Wij hadden Gorbatsjov, zij Poetin.
Ik bedoel maar.
Toen ik in een artikel uit 1981 las wat er met je gebeurt als er een atoombom op de Botlek valt, viel het kwartje. Niet gek dat ik bang was: mijn oogballen zouden gaan koken, de huid van mijn lichaam smelten en binnen een minuut zou ik chronisch dood zijn. Ongetwijfeld had ik destijds iets dergelijks in de Telegraaf van mijn vader gelezen. Niet vreemd dat de Koude Oorlog mijn jeugd overschaduwde.
Toch waren het ook zorgeloze tijden. Dat blijkt uit andere artikelen. We stevenden nog af op een nieuwe ijstijd (die we inmiddels doeltreffend hebben afgewend), maar onze zonnige stranden werden ondertussen wel bevolkt door topless vrouwen en mannen in te kleine zwembroekjes. Het raarste fenomeen dat ik aantrof, bepaalde lange tijd hét komkommernieuws in augustus: het paalzitten. Wereldrecords werden jaarlijks verpletterd. Wat blijkt: het Brielse meer was rond 1988 hét epicentrum van deze merkwaardige sport waarbij met name campinggasten uren, soms wel dagen achtereen op een dukdalf plaatsnamen. De bom kon elk moment vallen, maar rond het Brielse Meer wemelde het van de roekeloze pilaarheiligen die tijdens een luchtalarm onmogelijk op tijd konden afdalen om een atoomkelder te bereiken.
Geweldig toch?!
Na enkele dagen in het archief weet ik het zeker: vroeger zat alles beter.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.