Deze week heb ik de toekomst in de ogen gekeken en ik was diep onder de indruk.
Waarvan? Van ChatGPT natuurlijk. Iedereen heeft het erover. Zeker in het onderwijs. Donderdag had ik een studiedag met collega’s van Zadkine Pedagogisch Werk. De chatbot stond ook op de agenda. Geloof me: dit is de toekomst. Of je er vrolijk van wordt, is een tweede.
Kleine disclaimer. Op het gebied van technologische vernieuwingen ben ik bepaald geen ziener. Ik kan me mijn eerste kennismaking met het internet nog herinneren, op een zolderkamertje bij een innovatieve vriend, ergens midden jaren negentig. We belden in – eerst een hoop gepiep en gefluit – en verdomd, het wereldwijde web ontvouwde zich. Tergend traag, dat wel. Mijn oordeel: ‘Wie zit hier in godsnaam op te wachten?’ Of de eerste mobieltjes. Een uitvinding voor blaaskaken. Kansloos! Tien jaar later: de eerste smartphones. Nieuwerwetse fratsen!
Dus best bijzonder dat ik dit keer wel onder de indruk ben van de laatste ICT-revolutie. Maar wat wil je? Over twee weken loopt onderwijsperiode 2 af en mag ik ruim negentig portfolio’s beoordelen. Als ik student was, wist ik het wel.
Mijn collega’s en ik namen de proef op de som: 'Schrijf een betoog over de motorische ontwikkeling van jonge kinderen van 500 woorden.'
ChatGPT ging aan de slag. Enkele seconden later was het werkstuk af. Een uniek werkje. Immuun voor plagiaatcontrole.
Maar wacht even, het taalgebruik is niet echt dat van een MBO-leering: 'Maak het meer in spreektaal.'
Hupsakee! Een paar seconden later was het gepiept.
'Voeg er nog vier taalfouten aan toe om de docent te overtuigen.'
Voila! Geregeld.
Verbijsterend.
Wie of wat kun je nog geloven? Zanger Nick Cave ziet het zonnig in. Hij brandde onlangs een met kunstmatige intelligentie, in zijn gotische stijl geschreven, songtekst tot op de bodem af. Begrijpelijk. Cave laat zich moeilijk imiteren, maar de concurrentie met een MBO-student kan ChatGPT echt wel aan.
Moeten we nu allemaal uit het schoolraam springen? Welnee, onderwijsvernieuwers zijn vast al bezig met omdenken. En laten we eerlijk zijn: ChatGPT is ook voor docenten verleidelijk. We lieten de chatbot ook voor ons werken: 'Maak een toets met tien vragen over coöperatieve werkvormen op de basisschool. De helft meerkeuze. Oh ja, geef ook het antwoordmodel.'
Hoppa. Geregeld.
Maar toch, wie of wat kun je nog geloven als chatbots op alles en iedereen kunnen reageren, elke klus kunnen klaren? Ik bedoel: wie heeft dit blogje eigenlijk geschreven?
Angstig probeerde ik iets naars uit: 'Maak een grap over een neger.'
Nu moest ChatGPT langer denken. Hij produceerde geen discriminerende mop, wel een waarschuwing. De chatbot gaf aan geen grappen over minderheden te willen maken en dat we iedereen met respect moesten behandelen.
Dat vind ik mooi. Het kunstmatig intelligente ChatGPT vertoonde meer gezond verstand dan een… eh… willekeurige, universitair geschoolde politicus ter rechterzijde van de VVD.
Nog wel.
Het is wachten op de ongecensureerde concurrenten.
Reactie plaatsen
Reacties